Het was al een weekje aan de gang. Iedere keer als ik de trap opliep om enthousiast aan het werk te gaan achter mijn pc op zolder, dan kwam ik buitenadem boven en voelde pijn op mijn borst. Vervelend en pijnlijk, maar mijn aandacht was alweer bij het werk en ik had “haastâ€.
Na een paar dagen begon ik te klagen tegen de mensen om mij heen, dat ik pijn op mijn borst had. Die keken verbaast en adviseerden mij om een afspraak te maken bij de huisarts.
Onzeker, fietste ik die maandag naar de huisarts. Een krachtige, jonge vrouwelijke huisarts zat tegenover mij en stelde allerlei vragen, die ik, tot mijn naïeve verbazing, met ja beantwoordde.
Ik voelde mijn borst opzwellen en de pijn leek erger te worden. Was er nu werkelijk iets mis?
De arts gaf me een pufje voor onder mijn tong en de pijn werd minder. Voor de arts was dit bewijs om mij door te sturen naar het ziekenhuis. Ze wilde ambulance bellen!
Met mijn gedachten zweefde ik tussen ongeloof en twijfel. Ik kon nog net tegenhouden dat ik met de ambulance naar het ziekenhuis werd gebracht. Ik herinner me nog dat ik mijzelf hoorde zeggen: ‘ik ga wel op de fiets!’.
Het was geen goed idee. De arts ging akkoord met een belletje naar mijn lief. En samen met mijn lief zijn we doorgereden naar het ziekenhuis.
Nog nooit werd ik zo snel door een verpleegkundige opgehaald bij de 1e hulp. Was er echt iets aan de hand? Ik wilde en durfde het niet te geloven. Op het ziekenhuisbed werd er razendsnel een ader geprikt, een lijntje gelegd, stickers op mijn borst geplakt, een drukmeter om mijn arm gestoken.
Daar lag ik, binnen 5 minuten aan de bewaking en ik hoorde het apparaat achter mij piepen en alarmeren. Langzaam kwam het besef bij mij binnen, dat er iets niet goed was…of was dit allemaal suggestie en wond ik mijzelf te veel op?
Minuten gingen voorbij en terwijl ik daar lag, kijkend naar de klok, in afwachting van de cardioloog, vlogen de gedachten door mijn hoofd. Moest ik mijn kinderen bellen? Waar was mijn lief? Paniek sloeg om mijn hart, ik wist het niet meer.
De eerste tranen kwamen en met diepe ademhaling probeerde ik mijzelf onder controle te krijgen.
Na een klein half uurtje zuchten, puffen, mijzelf moed in pratend, kwam de cardioloog met de verlossende woorden dat alles goed was. Het hartfilmpje bleek goed, de waarden van mijn bloed gaven aan dat ik geen hartaanval had gehad en ook de foto bleek goed.
Er viel letterlijk een pak van mijn hart. In dankbaarheid heb ik afscheid genomen van de cardioloog en ben ik wandelend het ziekenhuis uitgegaan.
De uren daarna is alles weer aan mijn geestesoog gepasseerd en heb ik de ‘stresskip’ in mijzelf ontmoet. Diegene die me meeneemt in de stress, die mijn borst doet opzwellen. Die oppervlakkig begint te ademen en mijn andere persoonlijkheden volledig aan de kant zet.
De ‘stresskip’ signaleert, zij maakt mij alert. Haar schaduw is, dat ik van haar een hoge bloeddruk krijg. Ze heeft de functie om mij alert te houden en daar ben ik haar dankbaar voor. Maar ik ga niet meer met haar aan de haal. Stresskip is er soms en dan word ik weer bang. Ik probeer dan op zoek te gaan naar degene die mij rust en liefde brengt.
Mijn borst doet nog steeds zo nu en dan pijn. Ik wacht op een onderzoek om te kijken of mijn aderen verstopt zijn. Ik hoop dat het allemaal goed zal aflopen. In de tussentijd trek ik SoulCollage® kaarten en schrijf. Met name de kaarten die praten over rust en liefde, zijn veel aanwezig. Zo mooi dat ook dit proces, te weten de kaarten bij mij zijn en mij advies, richting en troost geven.
Liefs,
Anita